Plouvier Bart

Bart Plouvier- Biografie

Geboren te Mortsel bij Antwerpen op 17/06/51. Oudste uit een gezin van zes. Na lagere humaniora in diverse colleges, een paar jaar op de Antwerpse Kunstacademie gezeten. In diezelfde periode (eind jaren ‘6O, begin ‘7O) muziek beginnen maken en jarenlang actief geweest in de folk-scene. In ’71 verhuisd naar Elversele, een dorpje in het Waasland. Een eerste maal gehuwd in ’71. Uit dat huwelijk twee kin­de­ren. Tussen ‘7O en ‘8O banjoïst ge­weest in de blueg­rassgroep “The Fruit Juice Reve­lation”. Aan de kost gekomen als bar­man, tuinier, bouw­vakker, fabrieks­ar­beider, kok, brouwers­gast, muzikant in Bobejaanland, en nog veel meer. Uit de echt ge­schei­den eind jaren ‘7O, en in mei ’80 aange­monsterd op een zee­sleper. Aan boord beginnen schrijven; aanvankelijk dag­boeken, schetsen voor verhalen. Afgemonsterd in ’84. Dat­zelf­de jaar een res­tau­rant geo­pend in Elversele. Tweede huwe­lijk in ’87. In ’88 kwamen de eer­ste publicaties. Velen volg­den: in diverse tijd­schriften, verha­lenbundels, bloemle­zingen. Sedert enkele jaren reisver­slag­gever voor ‘Week­end Knack’, de Nederlandse Volkskrant, Grande, De Standaard, UIT-Magazine e.a. In ’93 zoon­ uit tweede huwe­lijk. Op 1 maart ’97 de acti­vi­tei­ten als res­tau­ranthou­der stilge­legd. Nu fulltime au­teur én trotse groot­vader. Oeuvre bestaat uit romans, kortverhalen, reisimpressies, kinderboeken, poëzie en theater, alles samen zo’n 25 creaties. Het egodocument ‘Entre deux mers’ en de dichtbundel ‘Ingesponnen’ verschenen allebei in 2010 bij Manteau. In januari 2012 kwam, eveneens bij Manteau, de bundel korte verhalen ‘Genezijde’.

 

Uit de pers

In ‘Het Nieuwsblad’, Mark Vlaeminck over ‘Het gemis’: “Plou­vier is een mees­ter­verteller met een ongebreidelde verbeel­dings­kracht.

Herman Brusselmans in Humo over ‘Het gemis’: “De beste roman die ik in jaren gelezen heb.

Rogi Wieg in Het Parool over het poëziedebuut, ‘Zaailingen’: “Mijn ontdekking voor 1998 is Bart Plouvier”.

Eva Bergmans in De Standaard der Letteren over de roman ‘De Biecht­spiegel’: “Hoe smerig het vertelde vaak ook is, Plou­viers taal maakt de trieste lelijkheid minder vunzig, hij maakt de troosteloze realiteit mooier, juist omdat hij er met zoveel aandacht zoveel woorden aan vuil maakt”.

Peter Haex in De Gazet Van Antwerpen over de monoloog ‘De Biechtspiegel’: “De Biechtspiegel” van Het Gevolg is de spannendste, meest subtiele en indringendste monoloog die wij in jaren zagen”.

John Vervoort over ‘De gele vlag’ in de Standaard der Let­teren: “‘De gele vlag’ is een roman die zich niet eenduidig laat catalogiseren. Het is een intelligent mengsel van rea­lisme en fantastiek, van filosofische mijmeringen en grap­pige anekdotes, van actie en reflectie”. 

Jos Borré over ‘De gele vlag’ in De Morgen: “In ‘De gele vlag’ laat Bart Plouvier zijn bekende stoet van lelijke en misvormde creaturen de weg opgaan naar een aansprekende allegorie over authenticiteit en vervreemding. In dit defi­nitieve verhaal over café ‘t Hoekske en oermoeder Irma overstijgt hij ook zichzelf”.

Jan De Smet over ‘Gij begrijpt weer niet wat ik bedoel’ in De Morgen: “Plouvier laat je in het tegenlicht van de roman­tiek kijken en toont de etter onder de korst, als zelfbedrog en illusies worden weggekrabd”.

Rudi Wester over mijn reisverhalen: “Bart Plouvier heeft een scherp oog voor absurde situaties in een ‘vreemd’ land, waarover hij rauw en tegelijk zeer liefdevol kan schrijven”.

Jooris van Hulle in Poëziekrant: “Hij wil zijn engagement als dichter verder blijven naar buiten brengen in het ‘mooi’ verwoorden van de dingen, en dit alles als een verzet tegen de verloedering van de taal en de her en der opgang makende visie dat poëzie per definitie hermetisch en ontoegankelijk móét zijn”.