Jo Claes

Toen in 1985 de verhalenbundel De stenen toren verscheen, won Jo Claes daarmee onmiddellijk de prijs voor het beste debuut. Sindsdien heeft hij een behoorlijk stevig oeuvre bij elkaar geschreven en volgden nog prijzen, waaronder de Hercule Poirotprijs in 2017. De boeken van Jo Claes spannend noemen is een understatement. Toch heeft hij niet graag dat men hem een thrillerauteur noemt. Liever heeft hij het zelf over zijn misdaadromans. Het gaat in de boeken van Jo Claes immers niet louter om een tot nagelbijten aanzettende plot – al is ook dat voorhanden in zijn verhalen – maar vooral om de karaktertekening en de ontwikkeling van zijn personages, die hij een grote mate van psychologische diepgang tracht mee te geven. Terugkerend hoofdpersonage in een aantal van zijn romans is de Leuvense inspecteur Thomas Berg; zo ook in het dit jaar verschenen boek met de meer dan fraaie titel Want alles gaat voorbij, maar niets gaat over. Misschien moeten we eens polsen of we deze titel als motto voor ons Boekenweekend mogen gebruiken.